Infobesitas

02 dec 2022

Marjolein Zaal consultant bij Sprenkels

Marjolein Zaal

Marjolein Zaal consultant bij Sprenkels

Vast onderdeel van mijn ochtendritueel is luisteren naar het nieuws op Radio 1. Begin november bracht het bulletin van 06.30 uur twee berichten, die typerend waren voor de informatiegolf die we dagelijks over ons heen krijgen. Eerst las de presentator een bericht voor over PMT, dat een deel van zijn belangen in fossiele bedrijven verkoopt. Negentien bedrijven waren volgens PMT niet ambitieus genoeg in het behalen van de doelen uit het klimaatakkoord van Parijs. En dus nam het pensioenfonds dat de pensioenen voor 1,4 miljoen deelnemers regelt afscheid van ze. Met 23 andere bedrijven met fossiele activiteiten blijft PMT wel in gesprek.

Even later hoorde ik een bericht langskomen over klimaatactivisten die zich op Schiphol aan een privéjet hadden vastgeketend. De eigenaar was woedend omdat het toestel bij de actie beschadigd was geraakt. Wat de actievoerders overigens ontkenden.

Wat moet de nieuwsconsument met deze berichten vanuit verschillende perspectieven, maar wel met hetzelfde thema? Het gaat snel, het gaat van de ene naar de andere kant, er komen cijfers en allerlei meningen langs, is het nou positief of negatief?

Professionals die met pensioencommunicatie bezig zijn moeten beseffen dat dit de informatie-overload is waar deelnemers dagelijks mee te maken hebben. Dit is het tijdperk van infobesitas. Wanneer wij met onze informatie over pensioenen komen is die deelnemer met honderd andere dingen bezig en wordt hij/zij overstelpt met andere informatie. Daarnaast hoort hij/zij ook vaak tegenstrijdige of onjuiste informatie. Soms zitten bronnen er  helemaal naast. Zo hoorde ik laatst in een podcast een journalist van een gerenommeerd blad beweren dat er later voor haar ‘helemaal geen pensioen meer zou zijn’.

Wat kunnen we in de pensioensector hier nu mee? Allereerst beseffen dat ieder mens maar twee ogen, twee oren en één stel hersens heeft. We kunnen maar een beperkte hoeveelheid informatie verwerken. Daarnaast zorgt het verschijnsel van selectieve waarneming ervoor dat informatie waar we niet in geïnteresseerd zijn, van ons afglijdt. De uitdaging is dus groot en de (wettelijke) lat ligt hoog. Nadenken over welke kanalen en middelen worden ingezet en wanneer is belangrijk, maar onvoldoende. Naast algemene uitgangspunten als relevantie, begrijpelijkheid en toegankelijkheid moeten we nadenken over een welgekozen relatie met de deelnemer, hoe de deelnemer geactiveerd kan worden en de gewenste mate van zelfredzaamheid. En misschien nog wel het meest lastig: communicatie over onzekerheid in deze tijd van grote transities.

Eenvoudige oplossingen voor het communicatievraagstuk zijn er niet. Maar met de regel ‘less is more’ in het achterhoofd bewijzen we de deelnemer in dit infobesitas-tijdperk een grote dienst.